De belichtingsdriehoek laat de verhouding tussen de eerdergenoemde drie variabelen zien, alleen vormen de 3 elementen een gelijkzijdige driehoek.

Wanneer een van de variabelen veranderd, bijvoorbeeld de sluitertijd, dan verander je een punt in de driehoek. Dit zorgt ervoor dat de driehoek geen gelijkzijdige driehoek meer is en de belichting niet in balans is. Verander je dus een variabele, dan dien je de andere ook aan te passen om de driehoek te herstellen.
In het voorbeeld van een aanpassing in de sluitertijd zal de belichting aangepast moeten worden vanuit het diafragma van de camera. Wordt de sluitertijd bijvoorbeeld langer, dan zal er meer licht op de sensor komen. Dit betekend dat dit gecorrigeerd dient te worden met een kleiner diafragma.